Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [64]Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, [65]die hoort, zal spreken [66]tot overwinning. 64. Hebreeuws, een getuige der leugenen. 65. Te weten, naar de wet des Heeren, en voornamelijk naar het gebod van geen valse getuigenis te geven. Of, die naarstiglijk toehoort en niets anders getuigt dan hetgeen hij gehoord of gezien heeft. 66. Anders: altoos; te weten, hetzij hij geroepen wordt in het gericht om getuigenis te geven, of anderszins om iets naar de waarheid, die hem bekend is, te verhalen, gelijk nodig en stichtelijk is.